-
1 ergens grote waarde aan hechten
v. set great store by, valueHolandés-inglés dicionario > ergens grote waarde aan hechten
-
2 waarde
1 [betekenis als bezit/ruilobject] value2 [grote waarde] value3 [betekenis] value4 [zaak van waarde] value♦voorbeelden:effectieve/reële waarde • market/real valuenominale waarde • nominal valuevan onschatbare waarde zijn • be of inestimable value/invaluableiets beneden de waarde verkopen • sell something below the going ratein waarde stijgen • appreciate, increase in valuein waarde dalen • depreciate, decrease in valuenaar waarde schatten • be able to appreciate somethingter waarde van … • at (the value of), worth …tot een waarde van • to the value ofmunten van deze waarde worden niet meer uitgegeven • coins of this denomination are no longer issuedvoor de volle waarde verzekeren • insure for the full value2 is er iets van waarde bij? • is anything valuable included?voorwerpen van waarde • objects of value, valuablesiemand niet op zijn juiste waarde schatten • underestimate someone(zeer) veel waarde aan iets hechten • value something highly, set great store by/on something, attach great value to somethingweinig waarde aan iets hechten • set little store by/on something, attach little value to somethinghet heeft zijn waarde bewezen • its value/merit has been provediemand in zijn waarde laten • accept someone as he/she isiets op waarde schatten • rate something at its true valuemen begint deze schrijver op zijn juiste waarde te schatten • this author has started to get the recognition he deservesvan waarde zijn, waarde hebben • be valuable, be of valuevan nul en gener waarde zijn • be null and voidmaximale/hoogste waarde • 〈 ook〉 maximum, highnegatieve waarde • minus (number) -
3 great
adj. groot; belangrijk; groots; uitstekendgreat1[ greet]♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk meervoud; the〉1 groten ⇒ vooraanstaande/prominente figuren♦voorbeelden:1 great and small • iedereen, uit alle lagen van de bevolkingIII 〈meervoud; Greats〉1 eindexamen (voor Bachelor of Arts) 〈 in Oxford, in het bijzonder in klassieke letteren en wijsbegeerte〉————————great2〈 greatness〉♦voorbeelden:1 a great man • een groot/nobel manI'm the greatest! • ik ben de allergrootste!II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 groot ⇒ belangrijk, vooraanstaand6 groot ⇒ ijverig, enthousiast♦voorbeelden:Greater London • Groot Londena great occasion • een belangrijke gelegenheidthe Great Powers • de grote mogendhedenthe Great Wall of China • de Chinese Muura great loss • een zwaar verliesa great many • heel wat, een heleboelGreat Dane • Deense dogGreat Divide • hoofdwaterscheiding 〈 in het bijzonder Rocky Mountains〉; 〈 figuurlijk〉 grens tussen leven en doodgreat crested grebe • fuut〈 slang〉 go great guns • veel succes hebben, als een trein lopenat great length • uitvoeriggo to great lengths • erg ver gaan, erg zijn best doenhe's a great one for forgetting his diary • hij vergeet altijd maar zijn agendano great shakes • niets bijzonders, niet iets om over naar huis te schrijvenbe in great spirits • opgewekt zijnset great store by/on • grote waarde hechten aanthe greatest thing since sliced bread • iets fantastischgreat tit(mouse) • koolmeesthe Great War • de Eerste Wereldoorlog1 goed ⇒ bedreven, handig♦voorbeelden:————————great3♦voorbeelden: -
4 set great store by/on
set great store by/on -
5 store
n. winkel; bergruimte; goederen--------v. verzamelen, opslaan; opbergen; uitrustenstore1[ sto:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 voorraad3 opslagplaats ⇒ magazijn, pakhuis5 grote hoeveelheid ⇒ overvloed, hoop♦voorbeelden:there's a surprise in store for you • je zult voor een verrassing komen te staan————————store2〈 werkwoord〉1 bevoorraden ⇒ volstoppen, inslaan2 opslaan ⇒ opbergen, bewaren♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский